Huishoudelijk reglement

CONCEPT Huishoudelijke reglement




HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN.

Artikel 1
Het huishoudelijke reglement regelt de toepassing der in de statuten opgenomen bepalingen, evenals de
verdere inrichting en alle werkzaamheden der vereniging.


HOOFDSTUK 2. LEDEN

Artikel 2
De vereniging kent:
a.  gewoneleden
b.  ereleden
c.  seniorleden
d.  jeugdleden
e.  aspirant-leden
f.   begunstigers

Artikel 3
Gewoneleden zijn natuurlijke personen die per 1 januari van het lopende verenigingsjaar de leeftijd van
veertien jaar hebben bereikt en de hengelsport actief beoefenen of beoefend hebben.
Ereleden zijn personen, die wegens hun bijzondere verdienste tegen de vereniging door de algemene
vergadering als zodanig zijn benoemd.
Seniorleden zijn personen die per 1 januari van het lopende verenigingsjaar vijfenzestig jaar of ouder zijn.
jeugdleden zijn personen die per 1 januari van het lopende verenigingsjaar de leeftijd van veertien jaar nog
niet hebben bereikt. Aspirant-leden zijn personen die per 1 januari van het lopende verenigingsjaar de
leeftijd van veertien jaar nog niet hebben bereikt. Deze leden betalen uitsluitend verenigingscontributie
en mogen uitsluitend met één hengel in het verenigingswater worden gevist
Begunstigers hebben het recht de door de vereniging georganiseerde wedstrijden, oefeningen en andere
evenementen bij te wonen.

HOOFDSTUK 3. AANVANG EN EINDE LIDMAATSCHAP

Artikel 4
De aanmelding voor het lidmaatschap van de vereniging geschiedt op door Sportvisserij Nederland verstrekte
formulieren, waarop naam, voornamen, geboortedatum en adres volledig moeten worden vermeld.
Bij minderjarige dienen hun ouders of voogd mede te ondertekenen.

Artikel 5
Toetreding tot de vereniging kan te alle tijde geschieden. Zij die als lid worden aangenomen, zijn een
vastgesteld inschrijfgeld entreegeld evenals de contributie voor het lopende jaar geheel verschuldigd.

Artikel 6
Alle leden ontvangen bij hun toelating als lid, een exemplaar van dit huishoudelijk reglement. Zij worden geacht
met de inhoud ervan bekend te zijn.

HOOFDSTUK 3. STAAT VAN BESCHULDIGING, SCHORSING

Artikel 7
Opzegging van het lidmaatschap volgens artikel 7 lid 1C van de statuten wordt uitgesproken door het bestuur,
dat hiervan kennis geeft aan de leden in de algemene vergadering of op enige andere wijze.
Bij heraansluiting van het lid moet eventuele achterstallige contributie en opnieuw een entreegeld worden voldaan.

Artikel 8
Ontzegging uit het lidmaatschap volgens artikel 7 lid d van de statuten wordt door de algemene vergadering
uitgesproken op voorstel van het bestuur of vijf leden, die hun voorstel bij het bestuur moeten indienen.
De algemene vergadering kan bij het uitspreken van ontzetting een tijdstip bepalen waarop de toetreding voor
het ontzette lid weer mogelijk is.

Artikel 9
Elk lid dat zich schuldig maakt aan wangedrag, de goede naam van de vereniging opzettelijk schaadt of in
ernstige mate tekort schiet in zijn verplichtingen ten opzichte van de vereniging en de hengelsport in het bijzonder,
kan door het bestuur of op een door vijf leden ingediend voorstel in staat van beschuldiging worden gesteld.
Wanneer het bestuur daartoe termen aanwezig acht wordt aangeklaagde, in afwachting van een nader
onderzoek, als lid geschorst.

Artikel 10
Een geschorst lid verliest voor de duur van zijn schorsing alle rechten verbonden aan zijn lidmaatschap, doch
behoudt zijn verplichtingen. Het bestuur is verplicht het geschorste lid voor de duur daarvan, ten
spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis wordt gesteld.

Artikel 11
Binnen vijf werkdagen na vaststelling c.q. ontvangst van de aanklacht wordt er door het bestuur, een uit drie
personen bestaande, commissie benoemd die aangeklaagde op zo kort mogelijke termijn, doch binnen vijf
dagen in de gelegenheid stelt zich mondeling te verdedigen. Bij verhindering of afwezigheid van de
aangeklaagde, na bij schriftelijk daartoe aanzegging te hebben gekregen, andermaal gelegenheid krijgt
zich mondeling te verdedigen. In deze bijeenkomst doet de commissie uitspraak ongeacht of beklaagde
aanwezig is of niet. De in dit artikel neergelegde procedure is niet van toepassing op hen, die
tekort zijn geschoten in hun de verenigingtoekomende financiële verplichtingen.

Artikel 12
Voor leden die zijn geschorst of ten aanzien van wie een opzegging of ontzetting is uitgesproken, vervallen
alle rechten welke uit het lidmaatschap voortspruiten, behoudens hun recht op persoonlijke
aanwezigheid of schriftelijke verweer bij de algemene vergadering, waarin het voorstel tot ontzetting wordt
behandeld.

HOOFDSTUK 5. BESTUURLIJKE ORGANISATIE

Artikel 13
Het bestuur bestaat uit een voorzitter, een secretaris, een penningmeester en een evental bestuursleden,
zoals omschreven staat in artikel 13 LID 1 van de statuten. De voorzitter, secretaris en penningmeester
worden in functie gekozen en vormen samen het dagelijks bestuur.
Bij ontstentenis worden zij in het dagelijksbestuur vervangen door resp. tweede voorzitter, tweede secretaris
en tweede penningmeester. Het dagelijksbestuur vertegenwoordigt de vereniging, zo in als buiten rechten
en neemt alle beslissingen, welke niet tot een buitengewone bestuursvergadering kunnen worden uitgesteld.

Artikel 14
Een bestuursvergadering is niet tot besluiten bevoegd, indien niet tenminste de meerderheid der
bestuursleden aanwezig is, tenzij het nemen van een besluit reeds eenmaal wegens onvoltalligheid van de
vergadering uitgesteld moest worden en de bestuursleden andermaal voor dezelfde zaak zijn bijeengeroepen.

Artikel 15
Het bestuur vergadert zo dikwijls de noodzakelijkheid blijkt. Oproepingen voor bestuursvergaderingen moeten
ten minste 3 x 24 uur tevoren in het bezit van de bestuursleden zijn.

Artikel 16
Drie bestuursleden hebben het recht een buitengewone bestuursvergadering aan te vragen. De aanvragers
zijn echter verplicht bij het in te dienen verzoek schriftelijk de te behandelen onderwerpen op te geven.

Artikel 17
Overeenkomstig artikel 14 lid 3 van de statuten is het bestuur bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid
bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies, belast met een bijzondere taak.
Indien nodig kan in een commissie ook een niet-lid van de vereniging zitting hebben. Op de algemene
vergadering brengen deze commissies verslag uit van hun werkzaamheden.

Artikel 18
Bestuursleden kunnen, op voorstel van het bestuur of van 25 leden door een opzettelijk daartoe
bijeengeroepen algemene vergadering uit hun functie worden ontslagen of worden geschorst. Dit
geschiedt niet dan nadat zij in de gelegenheid zijn gesteld, zich te verantwoorden.

Artikel 19
Indien een bestuurslid langer dan zes maanden verhinderd is om zijn functie te vervullen, wordt zijn mandaat
vervallen verklaard. Als deze verhindering het gevolg is van ziekte, heeft het bestuur het recht, deze termijn te
verlengen tot twaalf maanden.

Artikel 20
De werkzaamheden van het bestuur zijn als volgt:
a.  De eerste voorzitter is belast met de leiding van de bestuurs- en algemene vergaderingen; hij zorgt voor
     de naleving van de statuten en het huishoudelijk reglement en tekent na goedkeuring de notulen van
     de bestuurs- en algemene vergaderingen. Als vertegenwoordiger van het bestuur heeft hij toegang tot
     alle vergaderingen van commissies.
 b. De tweede voorzitter treedt bij ontstentenis van de eerste voorzitter als diens plaatsvervanger op. Mocht
     ook hij verhinderd zijn, dan wordt door de vergadering een bestuurslid aangewezen, dat tijdelijk de functie
     van voorzitter waarneemt.
c.  De eerste secretaris houdt notulen van de vergaderingen en ondertekent deze na goedkeuring, voert de
     briefwisseling, houdt afschrift van alle uitgaande stukken en beheert het archief, dat op alle op de
     vereniging betrekking hebbende stukken moet bevatten. Hij houdt de naamlijst bij van alle bij de vereniging
     aangesloten personen en stelt de penningmeester zo spoedig mogelijk in kennis van de daarin ontstane
     veranderingen. Hij ondertekent de "bewijzen van lidmaatschap ".
     In het jaarverslag brengt hij rapport uit over de toestand van de vereniging in het afgelopen jaar.
     ( Hij wordt in zijn werk zonodig bijgestaan door de 2e secretaris ).
d.  De tweede secretaris zorgt voor het aanwezig zijn van de presentielijst op de vergaderingen en vervangt
     bij ontstentenis de eerste secretaris.
e.  De eerste penningmeester houdt nauwkeurig aantekening van alle ontvangsten en uitgaven. Hij
     ondertekent mede de "bewijzen van lidmaatschap ".
f.   De tweede penningmeester is de eerste penningmeester behulpzaam bij diens werkzaamheden en
     vervangt hem bij diens ontstentenis.
g.  Bestuursleden assisteren de genoemde functionarissen.

Artikel 21
De aftreding der bestuursleden vindt plaats volgens onderstaand rooster:
 -   in het eerste jaar: 1ste voorzitter
     2de secretaris
     1ste bestuurslid
 -   in het tweede jaar: 1ste secretaris
     2de penningmeester
     eventueel het tweede bestuurslid
 -   in het derde jaar: 1ste penningmeester
     2 de voorzitter
     eventueel het derde bestuurslid
 -   en zo vervolgens.
De aftredende zijn terstond herkiesbaar. Bij een tussentijdse vacature wordt door de eerstvolgende
algemene vergadering hierin voorzien.

Artikel 22
De overdracht van bescheiden, gelden en eigendommen van de vereniging, berustende bij aftredende
bestuursleden op wie artikel 21 van dit reglement van toepassing is, moet binnen veertien dagen
na aftreden, ontslag of schorsing plaats hebben.

Artikel 23
Het bestuur is bevoegd te allen tijde ter controle de openlegging van de boeken van de penningmeester
te vorderen.

HOOFDSTUK 6. GELDMIDDELEN

Artikel 24
De geldmiddelen worden door de penningmeester ontvangen en beheerd. Hij is voor dit beheer persoonlijk
aansprakelijk.

Artikel 25
De penningmeester is verplicht om de aan hem afgedragen gelden of aan zijn zorg toevertrouwde gelden
der vereniging op verantwoorde wijze te bewaren. Hij brengt jaarlijks schriftelijk verslag uit op de algemene
jaarvergadering over de financiële positie van de vereniging in het bijzonder over het afgelopen boekjaar.
Tevens dient hij een door het bestuur vooraf goedgekeurde begroting voor het komende boekjaar in.
De contanten in kas zullen in het algemeen een bedrag van € 500,- niet te boven mogen gaan, het meerdere
te deponeren op een door het bestuur aan te wijzen bank- of giro-instelling. De penningmeester behoeft
machtiging van het dagelijksbestuur om grotere bedragen dan € 500,- van de belegde gelden op te nemen
of daarvan rechtstreeks betalingen te doen. Alle kwitanties en nota's moeten ten name van de vereniging
zijn gesteld.

Artikel 26
Het entreegeld dat van de leden wordt geheven, wordt, evenals het bedrag van de contributie(s), in de
algemene vergadering voor het volgend jaar vastgesteld.

Artikel 27
Betaling van de contributie voor het lopende verenigingsjaar moet uiterlijk op de laatste dag van de maand
februari van dat jaar hebben plaatsgevonden.

Artikel 28
De minimum bijdrage voor begunstigers wordt in de algemene vergadering voor het volgende jaar
vastgesteld.

Artikel 29
Terugbetaling van gestorte contributiegelden vindt nimmer plaats.

HOOFDSTUK 7. FINANCIëLE CONTRôLE

Artikel 30
De controle over de financiën en over de administratie daarvan berust bij de kascommissie. De controle
wordt jaarlijks uitgeoefend. Mede is van toepassing zoals omschreven staat in artikel 15, lid 4, 5 en 6 van
de statuten.

Artikel 31
De kascommissie bestaat uit twee meerderjarige leden en één plaatsvervangend lid van de vereniging,
die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De leden van de kascommissie worden op de algemene
vergadering gekozen voor de tijd van twee jaren. Jaarlijks treedt één lid van de commissie af, de aftredende
is niet terstond herkiesbaar.

Artikel 32
De kascommissie is belast met de controle over het beheer van de penningmeester. De commissie is
bevoegd inzage te vorderen van alle boeken en bescheiden, welke zij voor haar controle nodig heeft.
Bij akkoordbevinding van de boeken worden deze door de commissie voor akkoord getekend.
De kascommissie brengt haar verslag over de controle schriftelijk uit aan het bestuur. Dit verslag
moet ter kennis van de leden worden gebracht. Bij geconstateerde of vermoedelijke onregelmatigheden
brengt zij onmiddellijk verslag uit aan het bestuur.

Artikel 33
De leden van de kascommissie zijn tot geheimhouding verplicht inzake alles wat zij uit hoofde van hun
functie weten, zulks met uitzondering van mededelingen aan en verantwoording tegenover de leden in
de algemene vergadering.

HOOFDSTUK 8. ALGEMENE VERGADERINGEN

Artikel 34
Elke volgens de bestaande bepalingen uitgeschreven algemene vergadering is gerechtigd, besluiten te
nemen, ongeacht het aantal aanwezige leden, behoudens beperkingen volgens de statuten.

Artikel 35
Ieder lid heeft het recht, in overleg met het bestuur voorstellen te doen brengen op de agenda van de
algemene vergadering. Wordt een verzoek om een punt op de agenda te plaatsen, niet ontvangen voor
de overeenkomstig artikel 16 en artikel 20 lid 1 van de statuten te bepalen dag, dan kan het bestuur
alsnog besluiten het opgegeven punt op de agenda te plaatsen. De secretaris doet hiervan zo mogelijk
onverwijld mededeling aan de leden.

Artikel 36
De voorzitter is verplicht een lid het woord te geven, als het daarom vraagt, maar over hetzelfde onderwerp
niet meer dan twee keer, tenzij op uitdrukkelijk verzoek van de vergadering. Hij kan een spreker het
woord ontnemen, indien deze buiten de orde gaat. Hij is gerechtigd een lid dat de orde in de vergadering
verstoort, het verder bijwonen van de vergadering te ontzeggen. Hij kan de vergadering schorsen en na
overleg met het bestuur verdagen.

HOOFDSTUK 9. COMMISSIES

Artikel 37
Er zijn de volgende commissies:
kascommissie;
concourscommissie;
jeugdcommissie;
viswaterbeheercommissie;
kantinecommissie;
activiteitencommissie;
bouwcommissie
Andere commissie kunnen door het bestuur worden ingesteld.

Artikel 38
De commissies hebben zitting, voor het op die buitengewone- resp. algemene ledenvergadering, volgende
 verenigingsjaar. De commissieleden staan ieder op het haar toegewezen gebied, het bestuur bij in haar taak.
Uitgezonderd de kascommissie zijn de leden terstond herkiesbaar. Commissie vergaderingen hebben
plaats, zo dikwijls de voorzitter of de meerderheid der commissieleden zulks nodig achten. Tot de
commissie vergaderingen hebben alleen toegang de leden der betrokken commissie en zij zulks
nodig achten de leden van het dagelijksbestuur.

Artikel 39
Elke commissie is aan het bestuur verantwoording verschuldigd, zowel ten opzichte van haar beleid als
ten opzichte van haar inkomsten en uitgaven. Van de vergaderingen van deze commissies dienen notulen
te worden gemaakt, van welke een afschrift aan de secretaris dient te worden overlegd.

Artikel 40
Op voorstel van de meerderheid der leden van een commissie kan een commissielid uit zijn functie worden
ontheven. Ook kan dit tussentijds geschieden, indien gegronde redenen aanwezig zijn of worden geacht
aanwezig te zijn. De ontheffing geschiedt door het bestuur. Deze ontheffing moet in de eerst volgende
algemene vergadering al dan niet worden bekrachtigd en in de eventueel ontstane vacature worden
voorzien. Tussentijds gekozen personen treden echter op de gewone tijd weer af. In bijzondere gevallen
heeft het bestuur de zelfde rechten.

Artikel 41
De voorzitter, secretaris en penningmeester van de concourscommissie worden in de buitengewone
algemene vergadering in functie gekozen. In deze commissie hebben tevens zitting de wedstrijdleiding en
commissielid technische zaken. De voorzitter of diens waarnemer vertegenwoordigt de
concourscommissie in de bestuursvergaderingen. De concourscommissie is bevoegd om in naam van
het bestuur een lid het tijdelijk meedoen aan wedstrijden te ontzeggen. Van die ontzegging dient het
bestuur zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen drie dagen in kennis te worden gesteld. Het bestuur
kan zonodig deze ontzegging opheffen of het lid ontzetten uit het lidmaatschap.

Artikel 42
De jeugdcommissie bestaat uit een oneven aantal leden, minstens drie, de voorzitter, secretaris en
penningmeester worden in de buitengewone algemene vergadering in functie gekozen. Zij
belasten zich met de gang van zaken de jeugdafdeling betreffende. De voorzitter of diens waarnemer
vertegenwoordigt de jeugdcommissie in de bestuursvergaderingen. De jeugdcommissie is bevoegd
om in naam van het bestuur een lid het tijdelijk meedoen aan wedstrijden te ontzeggen. Van die ontzegging
dient het bestuur zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen drie dagen in kennis te worden gesteld.
Het bestuur kan zonodig deze ontzegging opheffen of het lid ontzetten uit het lidmaatschap.

Artikel 43
De bouw-, kantine-, activiteiten- en viswaterbeheercommissie worden tijdens de algemene vergadering
door het bestuur benoemd.

HOOFDSTUK 10. SLOTBEPALINGEN

Artikel 44
Buitengewone algemene vergaderingen worden gehouden als de statuten dit noodzakelijk maken, als
de voorzitter of wanneer tenminste drie bestuursleden dit nodig achten. Ook is het bestuur daartoe
verplicht indien tenminste één/tiende der stemgerechtigde leden hierom, met opgaaf van de te behandelen
punten schriftelijk heeft verzocht. In dat geval dient de vergadering binnen vier weken na ontvangst van
het verzoek te worden gehouden. De agenda van de jaarlijkse buitengewone ledenvergadering bevat
ondermeer:
opening;
verkiezing commissieleden;
ingekomen voorstellen;
rondvraag;
sluiting.

Artikel 45
Algemene ledenvergadering, hiervoor wordt verwezen naar de statuten de artikelen 16 lid 1, 2, 3 en 4.

Artikel 46
Het is de leden verboden om tijdens enig verenigingsverband politieke propaganda te maken.

Artikel 47
De leden zijn verplicht om hun bewijs van lidmaatschap aan elk bestuurslid dat dat verlangt, of aan daartoe
door het bestuur bevoegd verklaarde personen op eerst aanvraag te tonen. Bij het vaststellen van
een overtreding kunnen het bewijs van lidmaatschap en de vergunning(en) worden ingehouden. Het
bestuur bepaalt, wanneer het bewijs van lidmaatschap en de vergunning(en) aan het betreffende lid zullen
worden teruggegeven.

Artikel 48
De vereniging aanvaardt, behoudens aansprakelijkheid als gevolg van de wet, geen aansprakelijkheid
voor ongevallen of letsel van welke aard ook aan één of meer leden of bestuursleden overkomen, of voor
schade aan eigendommen van leden of bestuursleden door diefstal, verlies, beschadiging of op enige
andere wijze.

Artikel 49
In elke vergadering moet een exemplaar van de statuten, het huishoudelijk reglement aanwezig zijn. In het
geval van verschil over de zin van enig artikel, of in gevallen waarin dit reglement noch de statuten
voorziet, beslist het bestuur, waarvan in de eerstvolgende ledenvergadering mededeling wordt gedaan.

ARTIKEL 50
Dit reglement treedt in werking op 26 april 2007, aldus vastgesteld op de Jaarvergadering de
datum 26 april 2007.